De Romeinse aanvoerder Arthur staat op het punt Brittannië te verlaten en terug te keren naar Rome. Voor het zover is moet hij samen met de ridders van de Ronde Tafel, onder wie zijn vertrouweling Lancelot, nog één laatste missie volbrengen: de Saksen trekken op vanuit het Noorden en vormen een bedreiging voor de bevolking. Samen met zijn ridders trekt Arthur het vijandelijke gebied van de Woads in, geleid door zijn oude rivaal Merlin, die nu een verbond willen sluiten tegen de Saksen. Arthur is sceptisch, maar naarmate zijn band met het knappe en dappere Woad meisje Guinevere sterker wordt, komt hij tot inkeer. Het is zijn lot om Koning van Brittannië te worden.